Wil je er zeker van zijn dat je eten op een gezonde manier is geproduceerd, zonder chemische bestrijdingsmiddelen, pesticiden of biociden? Ga voor een eigen moestuin en kweek je eigen groenten, fruit en kruiden. Niets is er zo lekker als eten uit je eigen tuin. Zo zorg je dat je seizoensgebonden producten eet, waardoor je bijdraagt aan een milieuvriendelijke keuze. Het telen ervan kost in bepaalde seizoenen namelijk minder energie, dan in andere seizoenen. En nog meer goed nieuws: lokalen dan dit, kan niet. Door lokaal te eten, draag je bij aan de afname van de transport van voedsel over verre afstanden. Overtuigd? Aan de slag dan maar!

Wat heb je nodig voor je moestuin?

  • Een stuk grond in de tuin, een houten moestuinbak, of een verticale tuin op het balkon, gelegen op een beschutte plek met minimaal een halve dag zon
  • Biologische moestuingrond
  • Groenten, fruit en kruidenzaden of plantjes
  • Tuingereedschap:
    • Een harkje om de aarde mee om te spitten
    • Een hak of schoffel voor het verwijderen van het onkruid
    • Een gieter of tuinslang voor het bewateren van je moestuin
    • Een plantenschepje om de zaden of plantjes te kunnen planten
  • Tuinhandschoenen
  • Een beetje liefde en aandacht…

Praktisch

Een moestuin kun je aanleggen in elk formaat tuin en zelfs op je balkon. Kies voor een goede plek, met zoveel mogelijk zon. Minimaal 6-8 uur per dag. Als je een moestuin op poten maakt, kan dit ervoor zorgen dat de zon de groenten/ fruit of kruiden eerder en/of langer bereikt. Daarnaast is beschutting belangrijk. Houd rekening met de verschillende windrichtingen.

Gelukkig zijn er ook groenten die het goed doen in de halfschaduw (3-6 uur zon per dag). Spinazie, snijbiet, worteltjes, sla, rucola en bietjes doen het goed in halfschaduw.

Begin klein

En houd het overzichtelijk. Je hebt niet veel ruimte nodig voor een moestuin. Als het goed gaat, kun je de moestuin altijd nog vergroten. Zorg eerst maar dat je de smaak te pakken hebt….

Start met makkelijke groenten

Als beginneling, is het fijn om niet te moeilijk te beginnen. Simpelweg, omdat een succeservaring fijn en motiverend is. Start daarom met groenten die makkelijk te telen zijn: sla, wortel, spinazie, bonen, kerstomaten, radijs, snijbiet en courgette. Deze groenten hebben weinig verzorging nodig (op het water geven na), dus je oogst kan bijna niet mislukken.

De grond voorbereiden

Bereid de grond (het zaaibed) goed voor, zodat de zaadjes goed kunnen kiemen. De grond mag niet meer bevroren of te vochtig zijn. Hark de bovenlaag goed los en spit de aarde. Verwijder zoveel mogelijk begroeiing en onkruid.

Zaaien of planten maar

Het juiste zaaimoment is per groenten verschillend, maar meestal na de vorst (in maart ongeveer) Het zaai-advies op de verpakking is een richtlijn. Wacht nog even met zaaien als het onverwacht koud wordt voor de tijd van het jaar. Hoe dieper je zaait, hoe groter de kans op rotten. Moestuinzaadjes hebben weinig diepte nodig. Zaai het zaadje zodanig diep als dat het zaadje groot is wanneer je het verticaal houdt. Dus als een zaadje 2 cm lang is, zaai het dan 2 cm onder de grond.

Je kunt er ook voor kiezen om met jonge groenteplantjes te starten. Met jonge plantjes heb je eerder resultaat dan met zaadjes. Op het etiket staat ook weer een richtlijn wanneer je deze kunt planten (na de vorst, in maart ongeveer).

Eerder beginnen

Wil je al wat vroeger beginnen? Dan kun je vanaf februari ongeveer starten met een kweekkas, een zaaibakje of een potje in de vensterbank. De plantjes kun je dan rond april naar de moestuin buiten verplaatsen. Let er wel op dat licht en zon erg belangrijk zijn voor het groeiproces. Mocht dit er nog onvoldoende zijn, dan is het nog te vroeg om te starten.

Tip: sommige groenten kun je beter niet naast elkaar zetten. Dat heet combinatieteelt. Kijk op internet voor een uitgebreide lijst van groenten die je beter niet naast elkaar kunt zetten.

Moestuin in potten

Groenten kun je ook voorzaaien in een bak of pot. Zodra de plantjes twee paar blaadjes hebben, verplaats je ze, ieder naar een apart potje. Dit wordt ‘verspenen’ genoemd.

Bemesting van je moestuin

Een organische bemesting werkt voor een moestuin het beste. Gebruik niet een te zware bemesting, want daar kunnen kiemplantjes niet goed tegen.

Onderhoud

Zorg voor regelmatig onderhoud. Verwijder onkruid, geef moestuinmest en gebruik de juiste biologische beschermingsmiddelen voor het beste resultaat.

Pluk groenten, fruit en noten rechtstreeks uit de natuur

Wildplukken in de natuur kan een hele leuke ervaring zijn. Kijk op www.wildplukwijzer. Deze site laat je precies zien waar je groenten, fruit en noten in de natuur kunt plukken. Zo kun je genieten van moestuin eten, maar het niet perse zelf verbouwen.

Een andere optie is om langs te gaan bij een boer die groenten en fruit aan huis verkoopt. Vers van het land, maar je hoeft het niet zelf te verbouwen.

Extra tips voor de start van een moestuin

  1. Geef groenten in pot water in een schaal onder de pot. Zo kan het water niet weglopen en kan de plant zelf genoeg water op nemen, als de plant dorst heeft.
  2. Zaai nooit twee jaar achter elkaar een groente op dezelfde plaats. Juist de afwisseling zorgt ervoor dat de grond vruchtbaar blijft.
  3. Bescherm je planten met cloches bij onverwachte nachtvorst. (Dat is een soort glazen of plastic klok die je over groente, fruit of kruiden kunt zetten om het moestuin seizoen te verlengen en je planten te beschermen).

Kinderen en tuinieren

‘Moestuinen’ is ook erg leuk om te doen met kinderen. Zo leren ze gelijk het proces van een zaadje tot aan eten op je bord. Er wordt geleerd wat de natuur nu precies is en dat je er op een goede manier voor kunt zorgen. Met een beetje aandacht en liefde, kun je heel wat voor elkaar krijgen…. De kinderen kunnen helpen bij het onderhouden van de groentetuin en mogen helpen met water geven. Voor de wat oudere kinderen kun je met hen ook een eigen tuintje maken waar zij helemaal zelf voor zorgen. Het is lekkerder als de groenten uit je eigen moestuin komt. Je hebt er immers heel wat energie in gestoken en dan wil je natuurlijk ook het resultaat proeven. Win-win voor iedereen dus!

Tip: begin met het zaaien van tuinkers. Dat kiemt heel snel, dus snel resultaat gegarandeerd. Je kunt dit in een plat bakje op witte watten leggen, die je nat hebt gemaakt. Iedere dag even sproeien met de plantenspuit en binnen de kortste keren heb je tuinkers. Lekker op een boterham met kaas bijvoorbeeld of een gebakken eitje. Extra tip: je kan de zaadjes ook in een bepaalde vorm of letter leggen. Of leg de hele naam van je kind.